Overzicht aanvraagcriteria
Op deze pagina is een samenvatting opgenomen van de criteria waaraan een aanvraag moet voldoen. Raadpleeg voor de precieze vereisten de SLIM-regeling.
Wie kunnen subsidie aanvragen?
Werkgevers
Werkgevers die opleidingen aanbieden aan nieuwe of huidige werknemers waardoor deze aan het werk kunnen op een functie of specialisatie uit een Ontwikkelpad.
De werkgever hoeft zelf niet tot een maatschappelijk cruciale sector te behoren. Een werkgever kan ook subsidie aanvragen voor een opleiding die is bedoeld voor personen die willen overstappen naar een maatschappelijk cruciale sector.
Geregistreerde gastouderbureaus zoals bedoeld in de Wet kinderopvang
Gastouders werken vaak als zelfstandige maar zelfstandigen kunnen geen subsidie voor zichzelf aanvragen op grond van de regeling. Om als gastouder te kunnen werken is inschrijving bij een geregistreerd gastouderbureau verplicht. Een geregistreerd gastouderbureau kan subsidie aanvragen voor (aanstaande) gastouders die bij het gastouderbureau zijn aangesloten.
Een collectief
Een collectief bestaat altijd ten minste uit een O&O-fonds en/of een of meer werkgeversverenigingen en een of meer werknemersverenigingen.
Het O&O-fonds en de werkgevers- en werknemersverenigingen moeten een band hebben met het sectorale Ontwikkelpad waarvoor men de SLIM-scholingssubsidie aanvraagt. Het collectief kan uitgebreid worden met:
- een koepelorganisatie
- het college van burgemeester en wethouders van een of meer centrumgemeenten (zie toelichting over verplichte samenwerking)
- de gedeputeerde staten van een of meer provincies, mits een college van burgemeester en wethouders van een centrumgemeente deelneemt
Onderwijsinstellingen kunnen geen deel uitmaken van een collectief.
Wanneer het collectief de vorm heeft van een samenwerkingsverband, dient de hoofdaanvrager van het samenwerkingsverband de aanvraag in. Alleen een werkgeversvereniging, werknemersvereniging, O&O-fonds of koepelorganisatie kunnen als hoofdaanvrager optreden.
Het samenwerkingsverband stuurt een door alle partijen getekende samenwerkingsovereenkomst mee. Uit de samenwerkingsovereenkomst moet blijken dat de hoofdaanvrager als zodanig is aangewezen en gemachtigd is om het collectief in en buiten rechte te vertegenwoordigen.
Wanneer een koepelorganisatie aan het collectief deelneemt, blijkt uit de overeenkomst dat deze organisatie is aangewezen door een of meer werkgeversverenigingen en een of meer werknemersverenigingen die een band hebben met een of meer beroepsgroepen in maatschappelijk cruciale sectoren.
Een O&O fonds is een stichting of vereniging die als doel heeft het optimaliseren van de werking van de arbeidsmarkt en die:
Onder koepelorganisatie wordt verstaan: een landelijk opererende organisatie die is aangewezen om een of meerdere sectoren te vertegenwoordigen door een of meer werkgeversverenigingen en een of meer werknemersverenigingen die een band hebben met een of meer beroepsgroepen in maatschappelijk cruciale sectoren. |
Verplichte samenwerking tussen sectoren en arbeidsmarktregio’s
Sectoren moeten in hun collectief centrumgemeenten van arbeidsmarktregio’s opnemen die namens de arbeidsmarktregio hebben aangegeven te willen samenwerken. Deze voorwaarde geldt voor zowel een collectief dat bestaat uit een samenwerkingsverband als een collectief dat enkel uit een O&O-fonds bestaat.
Het ministerie van SZW inventariseert in het voorjaar van 2025 bij centrumgemeenten van arbeidsmarktregio’s op welke sectorale Ontwikkelpaden zij willen samenwerken. Hiervoor wordt een formulier ontwikkeld.
Het ministerie van SZW koppelt de resultaten van de inventarisatie terug aan de sectoren. Om dit proces goed te laten verlopen en op te halen welke behoefte aan ondersteuning sectoren en regio’s hebben, voert het ministerie van SZW in maart gesprekken met de verschillende sectoren en met centrumgemeenten van arbeidsmarktregio’s. Op basis daarvan informeren het ministerie van SZW en het Landelijk Ondersteuningsteam Regionale Arbeidsmarkt de sectoren en de centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio’s over de vervolgaanpak. Onderdeel daarvan wordt in ieder geval een gezamenlijke informatiebijeenkomst voor geïnteresseerde sectoren en regio’s en een sjabloon voor een projectplan voor de collectieven.
De minister maakt uiterlijk 15 juli op deze pagina bekend welke centrumgemeenten op welke Ontwikkelpaden definitief willen samenwerken.
Subsidiabele activiteiten
De subsidie kan worden aangevraagd voor opleidingen die, op het moment van inkoop, zijn opgenomen in een scholingspakket. Het scholingspakket is gepubliceerd op Rijksoverheid.nl en Leeroverzicht.
- De opleiding mag niet eerder ingekocht en gestart zijn dan op 14 februari 2025.
- Voor werkgevers en geregistreerde gastouderbureaus geldt dat de opleiding uiterlijk 13 weken na indiening van de subsidieaanvraag start.
- De opleiding moet kosteloos aan de deelnemer worden aangeboden.
- Scholing die is gericht op verbetering van de taalbeheersing is eveneens subsidiabel, mits deze wordt gevolgd in combinatie met een opleiding uit het Ontwikkelpad en nodig is voor het uitoefenen van een functie of specialisatie in het Ontwikkelpad.
Subsidiabele kosten
- De in een factuur van de aanbieder vermelde kosten van scholing zijn subsidiabel, voor zover het les-, cursus-, college- of examengeld betreft.
- De kosten van door de opleider verplicht gestelde literatuur als deze literatuur direct noodzakelijk is voor het volgen en afronden van de scholing.
- De kosten voor taalscholing zijn maximaal even hoog als de kosten voor de opleiding uit het Scholingspakket.
Subsidie
- De subsidie bedraagt 90% van de kosten voor de scholing met een NLQF-niveau 1, 2 of 3.
- De subsidie bedraagt 40% van de kosten voor de scholing met een NLQF-niveau 4 of hoger.
- De subsidie voor de taalscholing volgt het subsidiepercentage van de opleiding uit het Ontwikkelpad waar de taalscholing deel van uitmaakt.
-
Voorbeeld: een deelnemer volgt taalscholing gekoppeld aan scholing op NLQF-niveau 4. Op alle scholingskosten is een subsidiepercentage van 40% van toepassing.
Aan een collectief wordt tevens verstrekt:
- Een toeslag van 15% van het in de subsidievaststelling bepaalde bedrag aan subsidiabele kosten ter subsidiëring van overige gemaakte kosten;
- Een tegemoetkoming in de kosten voor een controleverklaring van € 3.000.
Subsidie per aanvraag
- De aanvraag van een werkgever en een geregistreerd gastouderbureau bedraagt maximaal € 24.999 subsidie.
- Werkgevers en geregistreerde gastouderbureaus mogen meerdere keren per jaar aanvragen, en voor meerdere werknemers tegelijk.
- De aanvraag van een collectief bedraagt minimaal € 125.000 subsidie. Het maximum wordt bepaald door het maximumbedrag dat voor de betreffende sector is gereserveerd.
Subsidieplafond
In 2025 zijn er twee aanvraagtijdvakken voor werkgevers en geregistreerde gastouderbureaus. Voor elk tijdvak is een budget van € 4 miljoen beschikbaar. Er is een tijdvak voor collectieve aanvragen, daarvoor is € 22 miljoen beschikbaar.
Sector |
Subsidieplafond |
Onderwijs en kinderopvang |
€ 3.200.000 |
Techniek, bouw en energie |
€ 7.000.000 |
ICT |
€ 3.200.000 |
Groen |
€ 1.500.000 |
Zorg |
€ 7.000.000 |
Totaal |
€ 22.000.000 |