In gesprek met Remke, een levend boek van Human Library
ROTTERDAM - Toen ze twee jaar geleden in de nachttrein in elkaar werd geslagen door drie stevige kerels kon ze kiezen: of de rest van haar leven achter de geraniums wegkruipen of de strijd aangaan met de vooroordelen. Remke, transvrouw, koos voor het laatste. In haar vrije tijd geeft ze voorlichting op scholen, bij bedrijven, of als levend boek bij de Human Library.
Wat kunnen wij, als mensen en als overheid, verbeteren voor jou?
Remke: “Om te beginnen gewoon met vragen hoe ik graag aangesproken word, als man of als vrouw. Dat geldt ook voor non-binaire mensen of travestieten. Vraag het gewoon. Dat voorkomt veel ongemak. Nu we het toch over juiste benamingen hebben; wij zijn transgenders. Geen transseksuelen, dat is een medische term. Het heeft namelijk niks met seksualiteit te maken wel alles met identiteit.”
Goed om te weten!
Remke: “Daarom geef ik ook voorlichting. Persoonlijk contact is de beste manier om onwetendheid en vooroordelen weg te nemen en om mensen vertrouwd te maken met transgenders. Dat is hard nodig want 41 procent van de transmensen krijgt te maken met geweld. Het overkwam mij in de nachttrein. Ineens stonden er drie grote kerels naast me. ‘Kijk dan, een verklede vent’, zei er eentje. Voor ik het wist lag ik op de grond en werd ik in elkaar geschopt. Ik besloot voor de goede zaak te gaan strijden en besteed nu al mijn vakantiedagen aan voorlichting.’’
Wat vertel jij de mensen dan?
Remke: “Mijn levensverhaal. Dat ik op 4-jarige leeftijd al wist dat ik ‘anders’ was. Ik speelde als een meisje, trok graag meisjeskleren aan. Totdat mijn vader zei: ‘Je hebt een piemeltje. Dan draag je geen jurken’. Ik heb heel lang een dubbelleven geleid. Pas toen mijn twee kinderen richting volwassenheid gingen, ben ik me geleidelijk aan als vrouw gaan manifesteren.’’
Hoe reageerden je vrouw en kinderen op jouw transformatie?
Remke: “Voor hen was het heel moeilijk. De kinderen namen een tijdje geen vrienden meer mee naar huis. En mijn vrouw en ik zijn uiteindelijk uit elkaar gegaan. Ik ben lesbisch, maar zij niet. Dus toen ik van de buitenkant vrouw werd - van binnen ben ik nog steeds dezelfde alleen veel gelukkiger - werd het voor haar anders. Nu zijn we hartsvriendinnen. Dat is ook mooi.’’