Over Voedselhulp

De Europese Unie heeft in de ESF+ verordening, (EU) 2021/1057, van 24 juni 2021 de mogelijkheid opgenomen middelen in te zetten ter bestrijding van materiële deprivatie. Hiervoor geldt dat de lidstaten een minimumpercentage van 3% van het totaalbudget voor het ESF+ van € 413 miljoen voor dit doel beschikbaar moeten stellen.

Nederland heeft besloten het beschikbare budget van het ESF+ voor bestrijding van materiële deprivatie te bepalen op € 15,8 miljoen voor de periode tot en met 2027. Daarmee zet Nederland meer middelen in dan waartoe het vanuit de verordening is verplicht. Hiervan is € 2,5 miljoen specifiek voor de behoeften van kinderen.

De beschikbare middelen worden gebruikt voor het verstrekken van voedselhulp, materiële basishulp en begeleidende maatregelen. Onder deze drie termen wordt verstaan:

  • Voedselhulp: het gratis beschikbaar stellen van voedsel aan meest behoeftige personen, met aandacht voor de behoeften van kinderen.
  • Materiële basishulp: het gratis beschikbaar stellen van goederen om te voldoen aan de basisbehoeften voor een waardig leven, zoals kleding, toiletartikelen, met inbegrip van producten voor vrouwelijke hygiëne, en schoolbenodigdheden.
  • Begeleidende maatregelen: activiteiten ter aanvulling van de verdeling van voedselhulp of materiële basishulp die tot doel hebben sociale uitsluiting tegen te gaan en bij te dragen tot de uitbanning van armoede.

Deze maatregelen zijn geen structurele oplossing voor financiële problemen. Het vinden van betaald werk is dat wel. Echter, het tijdelijk bieden van voedselhulp, materiële basishulp en begeleidende maatregelen maakt het mogelijk dat mensen werken aan onderliggende problematiek, waardoor het uiteindelijk ook helpt bij het ruimte krijgen om (meer) werk te zoeken.