Over Cofinanciering van sectorplannen

Werkgevers- en werknemersorganisaties krijgen voor de helft een financiële bijdrage van de overheid als zij gezamenlijk plannen maken om mensen aan het werk te krijgen en te houden.

Sectorplannen

Sociale partners hebben aangegeven hun verantwoordelijkheid op de arbeidsmarkt verder op te willen pakken. Een betere werking van de arbeidsmarkt, het bieden van werkzekerheid en het voorkomen van werkloosheid staan centraal. Op korte termijn moeten de gevolgen van de crisis worden overbrugd. Op langere termijn is het als gevolg van vergrijzing noodzakelijk dat alle mensen die kunnen werken op de arbeidsmarkt ook ingezet worden. Door tijdelijke cofinanciering van maatregelen van sociale partners in sectorplannen wil het kabinet de inspanningen van sociale partners ondersteunen.
Er zijn inmiddels drie aanvraagtijdvakken geweest in 2013 en 2014 en een aanvraagtijdvak in 2015 waarbij veel sectorplannen voor cofinanciering zijn ingediend en toegekend. Lees hier meer over op de pagina's Regelgeving 2013 en 2014 en Regelgeving 2015.

Arbeidsmarktanalyse

Overeenkomstig het doel van de regeling bevat een sectorplan een arbeidsmarktanalyse waar inzicht wordt gegeven in de arbeidsbehoefte en het beschikbare arbeidsaanbod waaruit blijkt welke knelpunten u wilt oplossen met de van-werk-naar-werk of van werkloosheid naar werk maatregelen in het sectorplan. Specifieke informatie over kansrijke beroepen vindt u op de website van UWV. Meer algemene regionale en sectorale arbeidsmarktinformatie voor uw arbeidsmarktanalyse vindt u eveneens op deze site.

Aanvraagperiode en hoogte subsidie

Het eerste tijdvak voor het indienen van (inter)sectorale plannen was van 1 oktober tot en met 31 december 2013. Het tweede tijdvak voor het indienen van (inter)sectorale plannen liep van 1 april 2014 tot en met 31 mei 2014. Het derde aanvraagtijdvak liep van 15 januari 2015 tot 15 september 2015. Het kabinet heeft in totaal voor de sectorplannen 600 miljoen euro beschikbaar gesteld, waarvan 10 miljoen ten behoeve van de uitvoering van de kosten van de Regeling. Voor het derde tijdvak was hiervan nog 150 miljoen euro beschikbaar.