Verslag kennisbijeenkomst 30 juni 2016

Op deze pagina vindt u een verslag van de bijeenkomst van 30 juni 2016

Aanwezig:
Ariana Weijmans - gemeente Venlo
Jos Maaskant - gemeente Rotterdam
Set Schepers - ministerie van Veiligheid en Justitie
Frank Bongers - gemeente Ede
Niels Taal - gemeente Ede / OAVD
Ingrid Postma - gemeente Groningen en Emmen / HPB
Lotte Haan - gemeente Zwolle
Marion Hokke - AGSZW
Dick Keijzer - AGSZW
Robert de Boer - AGSZW
Govert Maessen - AGSZW
Gerard van Velzen - AGSZW
Giovanni Floor - AGSZW
Annet Bek - AGSZW

Het team AMR heeft inmiddels een tweede teamleider in de persoon van Gerard van Velzen.
Het nieuwe subsidieportaal van AGSZW is nog niet beschikbaar om nieuwe aanvragen ESF te kunnen indienen. Zoals het er nu voorstaat, is het portaal medio augustus / begin september beschikbaar. AMR’s die voor die tijd een aanvraag in willen dienen, kunnen dit doen door de formulieren op te vragen bij hun accounthouder. Ook de indiening van een aanvraag verloopt voorlopig via de accounthouder
NB: SITS-aanvragen kunnen nog wel via het huidige e-portaal worden ingediend.
Giovanni Floor licht het voorstel toe om de deelnemerslijst die bijgehouden moet worden en de BSN-rapportage te combineren. Aanvragers hoeven dan maar één overzicht bijhouden en die wordt aan het eind van het jaar dan wel het einde van het project ingediend. De aanwezige AMR’s vinden dit een goed voorstel.
In de meest recente regelwijziging (publicatiedatum: 8 juli 2016) is de definitie van een arbeidsbelemmerde aangepast: Ook de mensen die zijn opgenomen in het doelgroepenregister vallen onder de definitie van arbeidsbelemmerde. Dit sluit nu aan met wat is opgenomen in de Handleiding Project Administratie (HPA).
Verder is het mogelijk om voor (ex-)leerlingen van VSO/PRO-scholen waar geen BSN-nummer van voorhanden is het onderwijsnummer op te geven zodat deze (ex-)leerlingen toch als deelnemer kunnen worden opgenomen in het project
Vanuit AMR Groningen komt de vraag over de hernieuwde inzichten van AGSZW over de prestatieonderbouwing. De AMR vraagt zich af hoe deze nieuwe werkwijze gecommuniceerd gaat worden. AGSZW geeft aan dat ze momenteel druk bezig is met het opstellen van het controleprogramma. Dit zal hopelijk voor de zomervakantie afgerond zijn en gepubliceerd worden op de website van AGSZW. Daarin zal ook de werkwijze van de prestatieverantwoording worden opgenomen.
Als er in de tussentijd vragen zijn: Alle AMR’s worden uitgenodigd om concrete voorbeelden voor te leggen aan hun accounthouder.
De volgende vraag heeft betrekking op de caseloadverantwoording van een casemanager die zwanger is. In principe is zwangerschap voorzien in de afslag voor ziekte en indirecte uren van 17%. Dit betekent dat bij een aflopende caseload de uren van die casemanager meegenomen mogen worden in de einddeclaratie. Als de caseload op het peilmoment echter nul is, mogen de loonkosten niet worden meegenomen.
AMR Venlo stelt de vraag als eerder gestopt wordt met een project, dit gemeld moet worden aan AGSZW. Aangezien een opvolgend project niet kan beginnen voordat het oude project is afgerond,
moet een looptijdverkorting gemeld worden. AGSZW stelt dan een herziene subsidieverlening op van het eerste project zodat het tweede project aansluitend kan beginnen.
Doordat AGSZW voornemens is de prestatieverantwoording vanuit de deelnemers te controleren stelt AMR Groningen dat de koppeling tussen casemanager en deelnemer is losgelaten. AGSZW geeft aan dat zij hiermee in de deelwaarneming van de deelnemers rekening houdt. De gedachte is om deelnemers te selecteren van die casemanagers die in de steekproef geselecteerd zijn.
AMR Rijnmond heeft naast interne medewerkers ook uitzendkrachten die ze graag mee willen nemen in hetzelfde subproject. Dit kan als ze als interne medewerkers worden opgevoerd: Hiervoor is wel onderbouwing door een loonstrook en een bewijs van uitzending nodig. Indien een loonstrook niet beschikbaar is kan worden uitgeweken naar het gebruikelijk loon. Tijdens de vergadering is aangegeven dat het antwoord op deze vraag al gepubliceerd is op de website, maar deze wordt nog toegevoegd:
Vraag: We hebben eerder de mogelijkheid gegeven om extern ingehuurde medewerkers te verantwoorden tegen de werkelijke loonkosten. Er moeten dan loonstroken van de werkgever met de werkelijke loonkosten worden overlegd. Dat blijkt niet altijd mogelijk. In de vragen 14 en 21 hebben we een vast tarief afgesproken voor een ZZP-er of DGA: het gebruikelijk loon dat de belastingdienst publiceert (in 2015 € 44.000 op jaarbasis, € 25,58 per uur uitgaande van 1720 uur.). Kunnen we dit tarief ook gebruiken voor uitzendkrachten waarvan de loongegevens niet achterhaald kunnen worden?
Antwoord: Ja, dit tarief kan ook voor ingehuurd personeel, zoals uitzendkrachten, gebruikt worden in geval de aanvrager de werkelijke loonkosten niet kan onderbouwen. Net als bij de ZZP-er en DGA geldt ook hier dat de 32% opslag voor werkgeverslasten niet gebruikt mag worden. Verder moeten factuur en betaalbewijs aanwezig zijn. Uit de factuur moet blijken dat het gefactureerde kosten hoger zijn dan het gebruikelijk loontarief.
AMR Ede vraagt wat projecten nog moeten doen aan de horizontale doelstelling Gelijke Kansen en Non Discriminatie (GKND). In het einddeclaratieformulier zullen dezelfde vragen worden gesteld over dit thema als die in het aanvraagproces.
Verder komt in hun project de activiteit ‘regievoerder’ voor. Deze personen krijgen rapportages van trajectbegeleiders en gaan (ook) met cliënten aan de slag. Ze hebben een eigen caseload. De AMR is uitgenodigd om voorbeelden aan hun accounthouder te sturen zodat de onderbouwing beoordeeld kan worden door AGSZW.
Ook wordt nog de vraag gesteld over de definitie van slapers. Deze definitie zal ook worden opgenomen in het binnenkort te publiceren controleprogramma. 

De AMR’s hebben geen aanvullende vragen voor de rondvraag.