Hoe de sector OOMT de eigen regie van werknemers vergroot
Als mensen gezond en gemotiveerd aan het werk zijn, is de kans groter dat zij werkzaam blijven binnen jouw sector én kunnen doorwerken tot aan hun pensioen. Daarom gaan steeds meer sectoren en bedrijven actief aan de slag met maatregelen die mensen gezond houden en hun werkplezier vergroten. Een mooi voorbeeld daarvan is het Opleidings‐ en Ontwikkelingsfonds Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf (OOMT). Programmamanagers Jet Thole en Marleen van Reeden en projectleider Lisette Douw vertellen over enkele projecten waarvoor zij via de MDIEU subsidie ontvangen.
Met welke projecten zijn jullie aan de slag gegaan en wat was hiervoor de aanleiding?
Jet: “OOMT heeft als fonds – wij zijn een samenwerkingsverband van BOVAG en vakbonden FNV Metaal, CNV Vakmensen en De Unie ‐ al lang de missie om duurzame inzetbaarheid te faciliteren. Wij zijn ervan overtuigd dat de eigen regie hierbij heel belangrijk is. Hoe beter werkenden regie ervaren over hun eigen ontwikkeling én regie kunnen nemen, hoe groter de kans dat zij duurzaam inzetbaar blijven. Van daaruit zijn we gaan kijken: wat zijn goede strategieën om dat te bereiken? Zo kwamen we onder andere tot de projecten 'Adviseurs werkgeverschap', ‘Coaching van (individuele) werkenden ten behoeve van het stimuleren van eigen regie’ en de ‘Gezondheidscheck’. We zijn deze projecten dus niet pas gestart toen de MDIEU‐regeling beschikbaar kwam, maar hebben ze dankzij de subsidie wel uit kunnen breiden.”
"Hoe beter werkenden regie ervaren over hun eigen ontwikkeling én regie kunnen nemen, hoe groter de kans dat zij duurzaam inzetbaar blijven."
Hoe helpt de subsidie van MDIEU hierbij?
Lisette: “Onze dienstverlening was er al, maar nu kunnen we op de verschillende projecten met nog veel meer aan de slag. De subsidie is dus echt een financiële verrijking. Een voorbeeld is de coaching, waarbij we ons nu extra op een specifieke groep kunnen richten: de 45‐60‐jarigen. We onderzoeken waar zij behoefte aan hebben als het gaat om eigen regie, hoe we deze dienstverlening kunnen doorontwikkelen en bij hen onder de aandacht brengen. Maar ook een bewustwordingscampagne over de gevolgen van elektrificatie kunnen we opzetten dankzij de MDIEU‐subsidie. En we experimenteren binnen kleinschalige projecten: wat werkt wel en wat niet in de richting van duurzame inzetbaarheid? Kortom: we kunnen zowel op beleidsniveau als out of the box werken.” Marleen: “We zijn bij de Gezondheidscheck bijvoorbeeld begonnen met een pilot. We onderzoeken of gezonder werken een zinvolle invalshoek is om aan de slag te gaan met duurzame inzetbaarheid. In de 200 gezondheidschecks die al zijn gedaan, hebben we patronen ontdekt. Zo is het duidelijk dat fysieke belasting bij een bepaalde doelgroep echt een rol speelt, net als overgewicht in combinatie met leefstijl. We kijken of dat haakjes zijn die we op een veilige en respectvolle manier verder kunnen brengen in de branche, zodat werkgevers en individuen ermee aan de slag kunnen. Dat kan met verschillende instrumenten, zoals een webinar dat we organiseerden over werk‐ en privébalans.”
Wat zijn de verdere ervaringen met deze projecten?
Lisette: “We merken dat het draaien aan de knop ‘gezond werken’, de duurzame inzetbaarheid van werkenden ten goede komt. Dat blijkt ook uit de impactmeting: voorafgaand aan de projecten doen we een nulmeting op het gebied van eigen regie van werknemers. Dezelfde stellingen leggen we aan het einde van de activiteit nog eens voor. Ook bellen we mensen twee tot drie maanden later na en zetten de resultaten af tegen een controlegroep. Op alle drie de projecten zien we goede resultaten.”
Jet: “Eén van de uitkomsten bij de Gezondheidscheck is dat mensen stappen maken op het niveau van weten. Ze krijgen meer kennis over wat gezond werken precies is. Voor ons is dat een belangrijke indicatie: kennis is dus heel erg belangrijk en kunnen we als fonds beïnvloeden. Van daaruit destilleren we grotere vraagstukken die we breder gaan delen met de branche. Vanuit het idee: wat kun je daarmee in je werkgeverschap. In mei zullen we onze opgedane kennis over gezond werken delen op een congres.
“Eén van de uitkomsten bij de Gezondheidscheck is dat mensen stappen maken op het niveau van weten. Ze krijgen meer kennis over wat gezond werken precies is."
Lisette: “De resultaten van de impactmeting maken veel inzichtelijk. Werkenden kunnen nog veel groeien op het aspect van de eigen regie. Hier kan de HR binnen bedrijven nog beter in ondersteunen en faciliteren. Het kan ook goed zijn om op dat vlak hulp in te schakelen om te reflecteren. De werkdruk is hoog, alles gaat snel. Een adviseur werkgeverschap gaat daar – los van de waan van de dag ‐ mee aan de slag.”
Marleen: “Wanneer we het hebben over aantrekkelijk werkgeverschap, kunnen adviseurs en coaches helpen om te kijken hoe je het als organisatie doet. Wat is je rol als werkgever of leidinggevende, hoe pak je dit aan? Wat voor type leidinggevende wil je zien en wat heb je daarbij nodig? We zien dat zowel directeur eigenaren als leidinggevenden veel gebruikmaken van trajecten gericht op persoonlijke ontwikkeling, samenwerken, communiceren en leiderschap.”
Op welke manier dragen de programma’s bij aan een cultuurverandering; is er een blijvend effect?
Marleen: “Ik zou niet willen zeggen dat wij meteen een cultuurverandering bewerkstellingen, dat klinkt wel erg groot. Wel vind ik dat wij een boost geven; daar kiezen we ook bewust voor. Als fonds dragen we bij aan bewustwording rondom duurzame inzetbaarheid, samen met verschillende andere stakeholders. Op die manier zien wij ons wel in de eerste aanjagersrol in de richting van die cultuurverandering.”
Jet: “Daar zou ik graag de rol als toekomstverkenner aan toe willen voegen. We zien van veraf wat de trends en ontwikkelingen zijn en welke impact deze hebben op werkenden. Het is onze rol om de branche hiervan bewust te maken en de samenwerking met andere partijen in de branche op te zoeken als het gaat om het duurzaam inzetbaar zijn van werkenden en het komen tot een cultuurverandering op dit vlak.”
Marleen: “Dat doen we ook met de coaching. Hiermee willen we dat het gesprek over eigen regie en het ontwikkelen van jezelf op de werkvloer gewoon wordt. Vanuit de werkgever, maar ook als collega’s onderling. We zien dat hier steeds meer beweging in komt.”
Jet: “Het is fantastisch om te zien dat er een beweging, bewustwording en een eerste activatie ontstaat bij werkenden en bedrijven. Als OOMT lopen wij daar een klein stukje in mee.”
"Het is fantastisch om te zien dat er een beweging, bewustwording en een eerste activatie ontstaat bij werkenden en bedrijven."
Hebben jullie tips voor sectoren of bedrijven die nog geen MDIEU‐subsidie hebben aangevraagd?
Jet: “Het aanvragen van subsidie is heel arbeidsintensief, dat moet je als potentiële aanvrager wel beseffen. Je zult je hele organisatie hierop moeten inrichten; alle gelederen in de organisatie zijn een radartje in het geheel. Ook de verantwoording en monitoring kost begrijpelijkerwijs tijd. Daarom is mijn advies om – als je hier weinig ervaring mee hebt – een goed extern adviesbureau te betrekken die het leeuwendeel van dit werk kan doen.”
Lisette: “Omdat wij als fonds al gericht zijn op duurzame inzetbaarheid, heeft dat veel gescheeld in geschikte subsidiabele activiteiten. Als je zelf nog geen kader hebt op dit onderwerp, dan ligt het voor de hand om wat kleiner te starten. Wat je natuurlijk altijd kunt doen is kijken naar activiteiten die wellicht al onder een andere naam bestaan, maar ook inhaken op duurzame inzetbaarheid.”
"Wat je natuurlijk altijd kunt doen is kijken naar activiteiten die wellicht al onder een andere naam bestaan, maar ook inhaken op duurzame inzetbaarheid.”