Omdenken in Lelystad

De gemeente Lelystad experimenteert met een nieuwe formule om mensen vanuit de bijstand aan het werk te krijgen. Niet de werkzoekende is het uitgangspunt, maar de baan.  In de pilot Nieuwe Banen zoekt de gemeente - met steun van ESF (SITS Sociale Innovatie en Transnationale Samenwerking)- naar potentieel nieuwe banen in de regio. En dat lijkt te lukken!

Ik zit al lang in de re-integratiebranche maar dit heb ik nooit eerder gezien

Het is een kwestie van omdenken, vertelt Ronald Revenberg, tijdelijk projectleider  Nieuwe Banen bij Werkbedrijf Lelystad. ‘Normaal gesproken is de klant het startpunt van een re-integratietraject. We zijn gewend om met het profiel van een werkloze klant te zoeken naar een baan voor die persoon. In dit project doen we het omgekeerde. De baan is het startpunt. Om precies te zijn: de potentiële nieuwe baan. We kijken welke nieuwe banen eraan komen en daar bereiden we werkzoekenden nu alvast op voor.’

Pioniers                          

Drie jaar terug, toen er nog weinig vacatures waren, zijn ze al gaan omdenken, vertelt Revenberg. Stel dat de economie aantrekt, wat kunnen we nu al doen om te zorgen dat de meest kwetsbare groep hiervan profiteert? Lelystad kent relatief veel werkloosheid.  Maar ook een pioniersmentaliteit. Werkgevers in Lelystad zijn ondernemend en dat geldt ook voor de politiek en de gemeente. Zo is dit nieuwe project ontstaan.

Werk?

In het project zoekt de gemeente samen met werkgevers naar werk dat er in potentie al is, maar dat nog niet vertaald is naar een baan. Revenberg: ‘Denk bijvoorbeeld aan de vergrijzing. Daardoor verwachten we een groeiende vraag naar ondersteuning in de wijk. Dit zijn potentiele nieuwe banen. Maar denk ook aan het wegrestaurant langs de A6 dat de komende jaren vijf nieuwe restaurants in de regio wil openen. Ook daar komen nieuwe banen aan.’

Sociaal lab

De ideeën voor nieuwe banen ontstaan in sociale laboratoria: werksessies met per sessie tien werkgevers, drie werkzoekenden en vier professionals van de gemeente. Met elkaar zijn ze gaan brainstormen: wat voor werk komt eraan en hoe kunnen wij ervoor zorgen dat er een goede match ontstaat tussen werkgever en werkzoekende? Revenberg: ‘Het is heel interessant om te zien dat dit werkt. Ze vinden elkaar op dit onderwerp. Ik zit al lang in de re-integratiebranche maar nooit eerder heb ik werkzoekenden en werkgevers hierover samen plannen zien maken.’

Vier routes naar werk

Inmiddels heeft Lelystad drie sociale laboratoria georganiseerd die vier routes naar werk hebben opgeleverd. De eerste route is de stapelbaan. ‘Dat zijn werkgevers die groei verwachten maar niet een fulltime baan kunnen bieden. Samen lukt dit wel en daar zijn we nu mee bezig.’ De tweede route is de ontwikkelbaan. Daarbij worden mensen door een keten van bedrijven samen getraind in het ontwikkelen van vaardigheden. De derde route is de baan die door kleinschalige groei ontstaat. ‘Dat zijn banen in het midden- en kleinbedrijf.’  De vierde route betreft banen door grootschalige groei. Revenberg: ‘Er komt in Lelystad bijvoorbeeld een groot magazijn van acht modemerken uit Spanje. ’ 

Werving en selectie

Met al die potentieel nieuwe banen als uitgangspunt stoomt de gemeente momenteel alvast kandidaten  klaar voor het werk dat eraan komt. ‘We leren ze alle vaardigheden die ze nodig hebben. De trainingen lopen deels via het werkbedrijf, deels via de potentiële werkgever en deels via de sociale werkvoorziening die er al is. Zodra de baan beschikbaar is, staat er iemand klaar die meteen aan de slag kan. Dat is bijzonder aan dit hele project: de werving en selectie gebeurt voordat de baan er is.’

Voor wie?

De kandidaten die nu worden klaargestoomd, zijn mensen met een situationele beperking. ‘Dus niet met een fysieke of psychische beperking, daar zijn al voorzieningen voor.’ Het gaat bijvoorbeeld om laagopgeleide mensen van 55+ die door een ziekte in het verleden uiteindelijk in de bijstand zijn beland.’ De gemeente Lelystad werkt samen met TNO en Hogeschool Windesheim die onderzoekt of de methode in dit project effectief is. Ook wordt samengewerkt met een platform van werkgevers in Lelystad, het Lelystad Akkoord. Vanuit dit platform melden werkgevers zich aan voor de sociale laboratoria.

Spannend

Mei 2019 sluit het project af en dan zal bekend zijn of het doel – 30 tot 50 plaatsingen – is gehaald en dus of de formule werkt. Revenberg is positief.  De tijd is er rijp voor.  ‘Werkgevers hebben grote vraag naar personeel. Het voordeel voor hen is dat er iemand kant en klaar staat zodra ze op zoek gaan.’ Wat nog wel spannend was, is hoe Werkbedrijf Lelystad de eigen professionals meekrijgt. Revenberg: ‘Re-integratieconsulenten zijn opgeleid in het denken vanuit mensen met een uitkering, niet vanuit een potentiële baan. Maar ik zie in de sociale laboratoria en in de praktijk dat ze anders zijn gaan denken. Het is een kwestie van omdenken.’

Ronald Revenberg
Ronald Revenberg