Zeeuwse aanpak

Op 24 juni 2016 verzorgt staatssecretaris Klijnsma de aftrap van het project ‘Sociale innovatie in Zeeland 16-18’. Dit Zeeuwse project moet kwetsbare jongeren aan een reguliere baan helpen. Het project wordt uitgevoerd binnen de ESF-subsidieregeling Sociale Innovatie en Transnationale Samenwerking (SITS).

Van links naar rechts:. Frank Davidse, André van der Reest, Karel Kerckhaert
Vlnr. Frank Davidse, André van der Reest, Karel Kerckhaert

Wethouder André van der Reest van centrumgemeente Goes weet wat hij wil met dit project: “Mijn doel is dat in 2018 geen enkele kwetsbare jongere in Zeeland overdag thuis zit.” Het project richt zich op jongeren uit het voortgezet speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs die kans maken op werk. Karel Kerckhaert van de Zeeuwse Stichting Maatwerk (onderwijs) rekent voor: “Vanuit dit type onderwijs stromen per jaar zo’n 250 jongeren uit. Circa 100 jongeren zijn geschikt voor regulier werk, maar het lukt hen niet om op eigen kracht een baan te vinden. Met dit project gaan we die doorstroming verbeteren.”

Inschatting

Het begint allemaal met een nauwe samenwerking tussen gemeenten en het onderwijs, vertelt projectleider Frank Davidse. “Dat deden we al maar we doen er nu een flinke schep bovenop.” Want bij de overgang van school naar gemeente gaat het nogal eens mis, vertelt Karel Kerckhaert die in dit project alle negentien scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs vertegenwoordigt. “Scholen gebruiken andere competenties dan gemeenten om het werkvermogen van een jongere in te schatten. Dat betekent dat een jongere eerst op school beoordeeld is. En vervolgens moet hij bij de gemeente opnieuw worden beoordeeld. In de praktijk zie je dat gemeenten en onderwijs niet altijd dezelfde taal spreken. Daardoor kan er bij de beoordeling sprake zijn van substantiële verschillen in wat een kwetsbare jongere wel en niet kan. Met alle gevolgen van dien.”

Vier acties

De eerste actie is dan ook dat de gemeenten en scholen het instrumentarium gaan afstemmen voor het inschatten van het arbeidsvermogen in het onderwijs en de loonwaardebepaling op de arbeidsmarkt. “We gaan een goede, warme overdracht ontwikkelen zonder tegenstrijdigheden.” De tweede actie is dat er een Zeeuws werkregister wordt ontwikkeld, als tegenhanger van het doelgroepenregister. In het werkregister worden alle laaggeschoolde banen en laaggeschoolde werkzaamheden in de regio opgenomen. Frank Davidse: “We gaan werkhunters inzetten die afspraken maken met werkgevers die het werkregister moeten vullen. Tegelijk gaan we de samenwerking tussen stagebegeleiders, werkhunters en werkgevers verbeteren, actie 3.” Tot slot wordt voor werkgevers een overzicht gemaakt van alle re-integratie instrumenten.

Twee fasen

In de eerste fase van dit project staan de vier acties centraal. In de tweede fase wordt de ontwikkelde methodiek gefaseerd in drie regio’s uitgevoerd: de Oosterschelderegio, Walcheren en Zeeuw-Vlaanderen. Frank Davidse: “We sluiten het project af met een methodiekbeschrijving zodat andere arbeidsmarktregio’s gebruik kunnen maken van onze instrumenten en aanpak.” Wethouder Van der Reest: “Wat ik mooi en vernieuwend vind aan dit project is dat we – door heel nauwe samenwerking met de scholen in Zeeland – deze kwetsbare jongeren in een zo vroeg mogelijk stadium kunnen begeleiden. Als gemeente hebben we een taak om jongeren te participeren en te voorkomen dat ze thuis op de bank zitten. Maar laten we eerlijk zijn, het scheelt de gemeente ook geld als deze jongeren aan het werk zijn.”

Er is nog subsidie

Centrumgemeenten van arbeidsmarktregio’s kunnen nog subsidie aanvragen voor projecten sociale innovatie in het sociaal domein of transnationale samenwerking. Het aanvraagtijdvak sluit op 31 december 2019 of als het budget op is.